Ga naar de inhoud van deze pagina.
Begroting 2025 Begroting (test Bjorn)

Externe ontwikkelingen/risico's

  • Aantallen arbeidskrachten uit Midden en Oost-Europa met de bereidheid tot werken in West-Europa is sterk dalend.
  • Arbeidskrachten die wel naar West-Europa gaan, kiezen steeds vaker voor Duitsland of Denemarken als gevolg van de betere arbeidsvoorwaarden en korte reisafstand. Dit heeft nadelige gevolgen voor arbeidsmigratie naar Nederland en de Westlandse glastuinbouw.
  • Binnen Nederland kiezen arbeidsmigranten voor werk dat beter wordt betaald en als minder zwaar wordt ervaren (met name in logistieke centra). Dit heeft nadelige gevolgen voor arbeidsmigratie naar de Westlandse glastuinbouw.
  • Door innovaties en ontwikkelingen in de robotisering verandert het werk in de tuinbouw, echter voor deze (nieuwe) functies en door vergrijzing zullen nog steeds buitenlandse werknemers noodzakelijk zijn.
  • De wisselende gasprijzen en geopolitieke ontwikkelingen hebben voor een energiecrisis gezorgd.
    Deze heeft impact op de bestaanszekerheid van bewoners en beïnvloedt het voortbestaan van het tuinbouwcluster in Westland. Dit vergt een veerkrachtig antwoord en investeringen om in de toekomst gesteld te staan.
  • Grondstoffen zijn onverminderd duur; dit beïnvloedt elke economische sector.
  • De druk op ruimte vraagt om keuzes van hogere overheden die op zich laten wachten.
  • De landelijke wetgeving rondom de energietransitie is voorbereid en zal deels in 2025 in werking treden. De gemeente krijgt hiermee een regisserende en coördinerende rol met bijbehorende bevoegdheden om de transitie van de bestaande gebouwde omgeving naar een aardgasloze omgeving in 2050 te sturen.
    Dat gaat zowel over bovengrondse als ondergrondse voorzieningen.
  • De geothermie bronnen in Westland vormen de basis om de gebouwde omgeving duurzaam te verwarmen door middel van aansluiting op warmtenet(ten). De kansen die deze bronnen bieden moeten worden benut.
  • De prijsontwikkelingen en de personele schaarste zorgen er voor dat de druk om te verduurzamen toeneemt.
  • Het Rijk verstrekt middelen om energie-armoede te bestrijden, isolatie te stimuleren en de gemeentelijke kosten (capaciteit) te compenseren. Deze middelen zijn meerjarig en incidenteel en moeten volgens de voorwaarden van het rijk worden ingezet. Deze middelen mogen niet worden ingezet voor investeringen.
  • De kansen om de glastuinbouw, het gemeentelijk vastgoed, de bedrijventerreinen en (sport)accommodaties nog verder te verduurzamen mogen niet blijven liggen. Samen met de betrokken partners zoals de woningbouwcorporaties, ondernemers, verenigingen en warmtebedrijf moeten we investeren en tempo maken om projecten te realiseren.