- Behoefte aan sociale en betaalbare (huur-) woningen is onverminderd groot;
- Blijvende druk op woningmarkt;
- Beschikbare ruimte voor woningbouw in Westland, en diverse ruimtevragende andere ambities;
- Verandering van het groeipercentage van de economie (conjunctuur) en de woningmarkt zijn verbonden en zorgen voor schuivende vraag naar andere prijsklassen bij koopwoningen, of van koopwoningen naar huurwoningen of andersom;
- Centrale sturing vanuit het Rijk door nieuwe wetten. Voor 2025 is dit de Wet "Versterking Regie Volkshuisvesting" en de doorwerking van deze wet.
- Europese regelgeving rondom natuurherstel en het terugbrengen van stikstofuitstoot heeft gevolgen voor vergunningverlening en daarmee realisatie woningbouw;
- Externe ontwikkelingen in beschermd wonen en beschermd thuis, jeugdzorg en GZ en GGZ. Hierdoor stromen meer mensen uit maatschappelijke instellingen naar de reguliere woningmarkt;
- Dubbele vergrijzing met de daarbij horende wijzigende woningvraag;
- Draagvlak voor verdichting of hogere bebouwing tegenover de noodzaak tot stapelen van woningen;
- Draagvlak voor huisvesting van specifieke doelgroepen (arbeidsmigranten, statushouders);
- Lange doorlooptijd voor realisatie van nieuwbouwprojecten door o.a. langere juridische procedures;
- Stagnerende woningbouwontwikkelingen kunnen de programmering onder druk zullen zetten. Bijvoorbeeld door een krappe grondmarkt, een krappe bouwmarkt of een krappe arbeidsmarkt;
- Vergrijzing met de daarbij horende wijzigende arbeidsmarkt en de invloed voor de realisatie van woningen.