Ga naar de inhoud van deze pagina.
Begroting 2025 Begroting (test Bjorn)

Wat mag het kosten?

(bedragen x € 1.000)


Algemeen

Het nadelig saldo van de lasten en baten begroting 2025 binnen dit programma is ten opzichte van de begroting 2024 met € 0,9 miljoen toegenomen. Bestaande uit nagenoeg gelijkblijvende baten en lasten en een afname mutatie reserve € 0,9 miljoen.

Toelichting verschillen groter dan € 0,1 miljoen

Afval€ 1,2 miljoen

Per januari 2025 is de inzameling volledig inbesteed bij HVC. Hierdoor nemen de lasten met €1.000.000 af en de baten met €250.000, per saldo een voordeel €750.000. Op dit moment hebben we meerdere contracten voor het product afval. Veel van deze contracten lopen af en brengen we onder bij HVC. Hierdoor ontstaan binnen het product Afval de volgende mutaties:

• Een voordeel voor het product Afval voor een bedrag van €900.000 aan personeelskosten inclusief overhead (7 FTE);

• Door wegvallen bestaande contracten ontstaat er een voordeel van €100.000.

Dit levert totaal een voordeel op van € 1.000.000.

De lagere baten betreft grotendeels het vervallen van de onttrekking aan de voorziening. Een nadeel van €760.000. De afvalstoffenheffing valt daarentegen in 2025 iets hoger uit dan in 2024. Voordeel van € 510.000. Voor een verdere toelichting hierop verwijzen wij naar de paragraaf Lokale heffingen.

Voor de jaren vanaf 2026 zien we met de huidige systematiek hetzelfde beeld terug, waarbij de dotatie aan de voorziening stapsgewijs oploopt van € 1,5 miljoen 2026 naar € 1,7 miljoen 2028. Naast de financiële voordelen verwachten we ook een hogere kwaliteit door bijvoorbeeld milieueducatie en reductie gewicht per huisaansluiting in de komende jaren.

Groen en Recreatie € 0,4 miljoen

De lasten zijn ten opzichte van begroting 2024 met € 0,4 miljoen naar beneden bijgesteld, van € 18,5 miljoen naar € 18,1 miljoen. De verlaging wordt enerzijds veroorzaakt door het wegvallen van een incidentele verhoging in 2024 van € 0,7 miljoen vanuit het rekeningresultaat 2023 voor uitgaven sportaccommodaties en anderzijds hogere kapitaalasten. Er zijn investeringen begroot voor o.a. reconstructie groenvoorzieningen, vervanging speeltoestellen en sportvelden (kunstgras). Voor de jaren vanaf 2026 stijgen de noodzakelijke lasten naar verwachting van € 18,7 miljoen (2026) naar € 19,3 miljoen (2028) in verband met hogere kapitaallasten, door de verwachte investeringen voor groenvoorzieningen, vervanging speeltoestellen en sportvelden. Deze hogere lasten stonden eveneens opgenomen in de Kadernota 2024.

Infrastructuur (onder- en bovengronds) € 1,0 miljoen

Voor 2025 zijn zowel de kapitaallasten als de doorbelasting kosten geactualiseerd, hetgeen per saldo heeft geleid tot een toename van respectievelijk € 0,8 miljoen en € 0,2 miljoen Voor de jaren vanaf 2026 stijgen de kapitaallasten, zoals opgenomen in de Kadernota 2024, met €0,6 miljoen (2026) naar € 1,0 miljoen in 2028, als gevolg van verwachte noodzakelijke investeringen zoals o.a. het vervangen van bruggen, riool ’s Gravenzandeweg en meetpunten voor optimalisatie wettelijke taak gladheidbestrijding.

Reserve € 0,9 miljoen

Per saldo is voor begrotingsjaar 2025 € 0,9 miljoen minder begroot ter onttrekking aan de diverse bestemmingsreserves. Het betreft € 0,7 miljoen overhevelingsreserve voor de kosten Sportaccommodaties en € 0,2 miljoen opheffing reserve Corona voor Gemeentelijk Vastgoed.