Het aangaan van leningen maakt het mogelijk om de gewenste ontwikkelingen in de samenleving te realiseren. De begrote schuldpositie is per 1 januari 2025 € 373 miljoen. In 2025 is een verhoging van de schuldpositie begroot van € 67 miljoen naar een saldo van € 440 miljoen ultimo 2025. De totale toename van de schuld schatten we in de periode 2025-2028 op € 57 miljoen. De afname van financieringsbehoefte en schuld in de laatste jaren van de begroting vloeit voor een belangrijk deel voort uit de begrote grondverkopen vanaf 2025. De gepresenteerde cijfers in de tabel hieronder zijn gebaseerd op een realistisch model ten aanzien van de investeringsuitgaven van het MIP en de Flora Gebiedsontwikkeling.
(bedragen x € 1.000.000)
|
Ontwikkeling langlopende leningen |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
|
Saldo per 1 januari |
321 |
373 |
440 |
462 |
475 |
|
|
Aflossingen |
-39 |
-40 |
-39 |
-37 |
-35 |
-190 |
|
Financieringsbehoefte |
91 |
107 |
60 |
51 |
-10 |
299 |
|
Saldo per 31 december |
373 |
440 |
461 |
475 |
430 |
|
|
Mutatie schuldpositie |
52 |
67 |
21 |
14 |
-45 |
|
75% van de financieringsbehoefte die voortvloeit uit de investeringen in de Flora Gebiedsontwikkeling, is in 2024 ingevuld. Hiervoor zijn leningen met uitgestelde storting afgesloten, waarbij het rentepercentage en de voorwaarden in 2024 overeen zijn gekomen. Dit is gedaan om het risico van een toekomstige rentestijging af te dekken.
|
Hoofdsom |
Stortingsdatum |
Looptijd (vanaf stortingsdatum) |
Rentepercentage |
|---|---|---|---|
|
10 |
02-01-2025 |
15 jaar |
3,209% |
|
16 |
02-01-2026 |
15 jaar |
3,209% |
|
5,5 |
02-01-2026 |
40 jaar |
3,270% |
|
13 |
04-01-2027 |
40 jaar |
3,220% |
|
13 |
03-01-2028 |
40 jaar |
3,220% |
|
5 |
02-01-2029 |
40 jaar |
3,236% |
Voor het aantrekken van de overige financiering hanteren wij bij het begroten voor de jaren 2025 en verder een gemiddeld geraamd percentage van 3% voor zowel de kasgeldleningen als de langlopende leningen. We begroten een gemiddeld niveau van € 20 miljoen aan kasgeldleningen. We willen daarmee voorkomen dat we op langere termijn overliquide (een positief totaalsaldo op onze bankrekeningen) raken, wanneer er teveel langlopende leningen worden aangetrokken.
(bedragen x € 1.000.000)
|
Rentekosten |
2025 |
|---|---|
|
Langlopende leningen |
8,0 |
|
Kasgeldleningen € 20 miljoen tegen 3% |
0,6 |
|
Totale rentekosten 2025 |
8,6 |
Leningen kunnen wij direct bij een geldgever aantrekken, maar ook via een geldmakelaar. Geldgevers zijn van oudsher meestal banken, zoals BNG Bank en NWB Bank. Via geldmakelaars hebben gemeenten ook toegang tot geldverstrekkers uit de publieke sector.