Ga naar de inhoud van deze pagina.
Begroting 2025 Begroting (test Bjorn)

Rioolheffing

Met de rioolheffing worden de kosten van de gemeentelijke waterzorgplichten verhaald. Uitgangspunt is dat het bij het verhaal van kosten niet alleen gaat om water dat vanaf een perceel via de riolering wordt afgevoerd, maar dat ook kosten worden verhaald die worden opgeroepen door het verwerken van hemelwater en door het treffen van maatregelen ter voorkoming van problemen met grondwater.

De modelverordening rioolheffing die als basis geldt voor de Verordening Rioolheffing gemeente Westland is in 2022 gemoderniseerd. De belangrijkste wijziging is dat de eis van directe of indirecte aansluiting voor belastingplicht voor de rioolheffing vervalt. Het perceel heeft geen directe of indirecte aansluiting nodig om in de heffing betrokken te worden. Zorgplichten reiken veel verder dan aansluiting op het buizenstelsel dat voor de afvoer van afvalwater wordt gebruikt. De gevolgen door klimaatverandering hebben een steeds grotere impact op zorgplichten voor hemelwater en grondwater. Het profijt van de nakoming van alle zorgplichten komt alle eigenaren en alle gebruikers van alle percelen ten goede, ook die zonder aansluiting. Hierdoor worden meer onroerende zaken betrokken in de heffing.

Rioolheffing

Baten 2025

Lasten 2025

7.2 Kosten taakveld Riolering incl. (omslag)rente


11.409.100

7.2 Dotatie vervangingsinvestering, artikel 44 lid 1


3.903.000

2.1 Verkeer en vervoer


304.200

2.4 Economische havens en waterwegen


1.590.900

Netto kosten taakveld


17.207.200

Toe te rekenen kosten:


0.4 Overhead incl. (omslagrente)


1.607.100

Btw


1.434.500

Opbrengst heffingen:


7.2 Riolering (plus areaaluitbreiding)

17.675.400

6.3 Inkomstenregeling (kwijtschelding)

-213.600

Totaal rioolheffing

17.461.800

20.248.800

Dekkingspercentage voor mutatie voorziening


86,2%

Onttrekking voorziening artikel 44 lid 2

2.787.000

Dekkingspercentage 2025


100,00%

Dekkingspercentage 2024

100,00%


Toelichting rioolheffing:

• De kosten, die toegerekend worden vanuit taakveld 2.1 Verkeer en vervoer, zijn de kosten van straatreiniging en een gedeelte m.b.t. watertaken, onderdeel duikers. De straatreiniging wordt door de gemeente uitgevoerd met het oog op het functioneren van de riolering, verkeerd aanbieden van afval en de verkeersveiligheid. Een exacte verdeling over de onderdelen is niet te bepalen. Wij schatten in dat 15% van de kosten van de straatreiniging betrekking heeft op de riolering. De kosten voor de duikers worden voor 100% toegerekend aan de riolering;

• De kosten, die toegerekend worden vanuit taakveld 2.4 Economische havens en waterwegen betreffen de kosten van de watertaken. Deze kosten worden voor 70% toegerekend aan de riolering. De overige 30% wordt gezien als kosten voor de vaarroutes;

• Voor het rioolplan start in 2025 een toekomstbestendig watersysteemanalyse. De uitvoering hiervan vindt plaats in 2027.

• Voorziening toekomstige rioolvervangingsinvesteringen (Voorziening artikel 44 lid 1d BBV): in het tarief mogen spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen worden meegenomen. Deze worden als last genomen in de exploitatie en toegevoegd aan de voorziening. De voorziening toekomstige rioolvervangingsinvesteringen bedraagt op 1 januari 2025 € 8,9 miljoen. In 2024 bedraagt de storting € 2,4 miljoen en er zal niet geïnvesteerd worden;

• Voorziening artikel 44 lid 2: opbrengsten uit de rioolheffing en gespaarde gelden als gevolg van uitgestelde werkzaamheden moeten uitsluitend én blijvend voor het rioleringsdoel worden bestemd en worden ondergebracht in een voorziening. Eventuele tekorten worden onttrokken aan de voorziening Riolering. De voorziening Riolering bedraagt op 1 januari 2025 € 12,1 miljoen. De raad heeft vastgesteld dat de toegerekende kosten voor de watertaken gecompenseerd worden door een dotatie aan de Voorziening artikel 44 lid 2 (vanuit de algemene middelen). De kosten voor de watertaken (incl. overhead en btw) bedragen in 2024 € 3,1 miljoen.