Onder het weerstandsvermogen verstaan wij het vermogen van onze gemeente om financiële risico’s op te kunnen vangen zodat taken voortgezet kunnen worden en doelen bereikbaar blijven. Dit weerstandsvermogen wordt bepaald door een relatie te leggen tussen de beschikbare weerstandscapaciteit (middelen die beschikbaar zijn om niet begrote kosten te dekken) en de benodigde weerstandscapaciteit (de risico’s die de gemeente loopt met een kans van 50% of hoger). De weerstandscapaciteit wordt gevormd door de mid-delen die beschikbaar zijn om risico’s op te vangen.
Voor de gemeente Westland gelden op begrotingsbasis de volgende posten als beschikbare weerstandscapaciteit:
• Algemene reserve;
• (Een vast geoormerkt deel van de) reserve Versterking financiële soliditeit;
• Post onvoorzien.
De weerstandsratio geeft aan in hoeverre de gemeente Westland in staat is risico’s op te vangen. In de Beleidsnota reserves en voorzieningen 2021 (vastgesteld in de raad van maart 2021) is in art. 2.2.8 bepaald dat wordt gestreefd met de weerstandsratio uit te komen in de bandbreedte tussen 1,0 – 1,4. Deze bandbreedte wordt als norm ‘voldoende’ gekwalificeerd. Tevens is in de nieuwe Beleidsnota opgenomen dat een vast geoormerkt deel van de reserve Versterking financiële soliditeit als bestanddeel van de weerstandscapaciteit wordt gekwalificeerd.