Een belangrijke bron van inkomsten voor de gemeente zijn de lokale heffingen. Bij lokale heffingen onderscheiden we belastingen, retributies en leges. De opbrengsten van de belastingen gaan naar de algemene middelen. Dit betekent dat de opbrengsten voor alle gemeentelijke taken en voorzieningen ingezet kunnen worden. Bij retributies en leges is sprake van een tegenprestatie van de gemeente. Hierbij mogen de geraamde opbrengsten niet hoger zijn dan de geraamde kosten van de gemeente voor uitoefening van de taak.
De paragraaf Lokale heffingen gaat over inkomsten en de lokale lastendruk en is als volgt opgebouwd:
a. De geraamde inkomsten;
b. Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;
c. Een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen;
d. Een aanduiding van de lokale lastendruk;
e. Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.
Toerekenen overhead
Voor de berekening van de tarieven voor lokale heffingen moet de overhead op een consistente wijze worden toegerekend. In Westland worden de overheadkosten volledig omgeslagen naar rato van op de taakvelden geraamde loonkosten. Voor alle op taakvelden toerekenbare uren geldt een algemene opslag overhead. Voor de medewerkers van Ruimte-Buiten geldt een uitzondering met een lager opslagtarief overhead. Deze medewerkers zijn met name in de buitendienst werkzaam en maken minder gebruik van faciliteiten. De totale kosten van de overhead worden ook opgesplitst naar lasten met btw en zonder btw. Op basis van de verhouding wordt een berekening gemaakt hoeveel btw over de overhead mag worden toegerekend aan de lasten van de verschillende kostendekkende berekeningen.
Uitgangspunten
In het collegewerkprogramma is als uitgangspunt opgenomen dat de lokale lastendruk in principe in de pas blijft lopen met de inflatie. In het Financieel Perspectief gemeente Westland 2024 – 2027 is vastgelegd dat de hoogte van het te betalen bedrag aan OZB zich jaarlijks ontwikkelt volgens de nationale consumentenprijsindex. Wanneer de actuele CPI wordt gevolgd kan 4,2% worden gehanteerd. Voorgesteld wordt om alle tarieven met 4,2% te verhogen, met uitzondering van de tarieven met een wettelijk maximum. De tarieven voor afvalstoffen- en rioolheffing zijn in deze paragraaf weergegeven inclusief 4,2% verhoging. De financiële effecten van deze verhoging zijn echter niet verwerkt in de financiële begroting. Deze worden bij het vaststellen van de tarievenverordening in december 2023 berekend.
Vertaling naar tarieven
Voorgesteld wordt de tarieven van de onroerendezaakbelastingen, forensenbelasting, lijkbezorgingsrechten, rioolheffing, marktgelden, leges en de afvalstoffenheffing met 4,2% te laten stijgen. Het tarief van de toeristenbelasting, 5% van de kale overnachtingsprijs, blijft ongewijzigd. Uitgangspunt is dat de inflatiecorrectie is verdisconteerd in de overnachtingsprijs. De woonlasten voor een meerpersoonshuishouden in een eigen woning met een gemiddelde WOZ-waarde stijgen met circa 4%. Ook de woonlasten voor huurders stijgen met circa 4%.
Vaststellen van tarieven
Wij streven ernaar de woonlasten gelijke tred te laten houden met de algemene prijsontwikkeling. In de begroting is derhalve gekozen voor een aanpassing van het OZB-tarief en overige leges aan de consumentenprijsindex (CPI). Voor de afvalstoffenheffing en rioolretributie geldt een zogenaamd gesloten systeem, waarbij de tarieven kostendekkend zijn. Zoals gebruikelijk, stelt de gemeenteraad in december de definitieve tarieven vast conform de besluitvorming in de begrotingsvergadering. Investeringen en genoemde prijsstijgingen op het gebied van energie, arbeid en grondstoffen hebben mogelijk ook gevolgen voor de gesloten systemen. Mochten deze ontwikkelingen aanpassing van de tarieven noodzakelijk maken, dan verwerken we dat in december.