In de onderstaande tabel staan de geraamde inkomsten van de leges Titel 1, 2 en 3. Voorgesteld wordt de tarieven van de leges te laten stijgen met 4,2%. Uitzondering zijn de tarieven waarvoor een wettelijk maximum geldt.
Omgevingswet
De Omgevingswet bundelt en vereenvoudigt de regels voor ruimtelijke projecten. Met behulp van één digitaal loket wordt het makkelijker om ruimtelijke projecten te starten. Bijvoorbeeld woningbouw op oude bedrijventerreinen of de bouw van windmolenparken.
De Omgevingswet staat voor een goed evenwicht tussen het benutten en beschermen van de leefomgeving. De Omgevingswet bundelt 26 wetten, 60 Algemene Maatregelen van Bestuur en 75 ministeriële regelingen naar 1 wet, 4 Algemene Maatregelen van Bestuur en 1 Omgevingsregeling.
Er ontstaat veel keuzevrijheid om iets te regelen over de leefomgeving: algemene regels (zorgplichten), meldingsplichten of vergunningplichten. Alleen bij de vergunningplichten is legesheffing mogelijk. Die keuzevrijheid en de financiële consequenties bemoeilijken het opstellen van de legesverordening en een (tijdige) raming van de kostendekkendheid.
De inwerkingtreding van de Omgevingswet is uitgesteld tot 1 januari 2024. Dit moet provincies, gemeenten en waterschappen in staat stellen hun voorbereidingen daarop in te richten. Naar verwachting zijn dan de ICT-problemen bij het digitale loket voor omgevingsvergunningen opgelost.
Voorbereiding Legesverordening 2024
In verband met de geplande invoering van de Omgevingswet wordt de Legesverordening aangepast. De invoering van de Omgevingswet heeft ingrijpende gevolgen voor de leges en de legesverordening. De indeling van titels met hoofdstukken wordt gewijzigd in hoofdstukken met paragrafen. Er geldt overgangsrecht tot uiterlijk eind 2029.
Financiële gevolgen Omgevingswet
Aan de hand van het werkmodel legesverordening van de VNG wordt een Legesverordening 2024 voorbereid en de kostendekkendheid doorgerekend. De gevolgen voor de kosten zijn vooralsnog onduidelijk. Wel is duidelijk dat bij de invoering de legesinkomsten zullen dalen. Invoering van de Omgevingswet zal naar verwachting pas op de lange termijn (10 jaar) financiële voordelen voor gemeenten kunnen hebben.
Overzicht kostendekkendheid leges hoofdstuk 1, 2 en 3 op basis van de huidige wetgeving
Titel |
Leges |
Baten |
Lasten |
Dekking |
1 |
Algemene dienstverlening |
2.050.100 |
6.498.400 |
30,3% |
2 |
Dienstverlening Omgevingswet |
4.943.500 |
5.137.900 |
96,0% |
3 |
Europese dienstenrichtlijn |
29.900 |
210.000 |
14,2% |
Totaal 2024 |
|
7.023.500 |
11.915.000 |
58,9% |
Totaal 2023 |
6.081.200 |
8.887.000 |
68,4% |
Op basis van artikel 13, tweede lid, van de Europese Dienstenrichtlijn geldt voor Hoofdstuk 3 (voorheen Titel 3) dat slechts kruissubsidiëring binnen elke paragraaf (voorheen elk hoofdstuk) mogelijk is. Binnen hoofdstuk 1 en 2 is kruissubsidiëring mogelijk tussen de verschillende paragrafen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat kruissubsidiëring is toegestaan, ook tussen verschillende hoofdstukken of activiteiten die ogenschijnlijk geen enkele relatie hebben. Voor de toets aan de opbrengstlimiet blijven de totaal geraamde baten en lasten van alle tarieven uit de legesverordening van belang.
Leges Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
In de onderstaande tabel staan de geraamde inkomsten van de leges hoofdstuk 1.
Nummer |
Hoofdstuk |
Baten |
Lasten |
Dekking |
1 |
Burgerlijke stand |
185.500 |
679.500 |
27,3% |
2 |
Reisdocumenten |
1.152.900 |
1.932.500 |
59,7% |
3 |
Rijbewijzen |
290.800 |
995.700 |
29,2% |
4 |
Verstrekkingen uit BRP |
18.700 |
438.200 |
4,3% |
9 |
Overige publiekszaken |
43.800 |
863.400 |
5,1% |
10 |
Gemeentearchief |
2.700 |
798.200 |
0,3% |
11 |
Huisvestingswet |
156.300 |
257.100 |
60,8% |
12 |
Leegstandwet |
2.100 |
41.200 |
5,1% |
16 |
Kansspelen |
1.600 |
25.900 |
6,2% |
17 |
Telecommunicatie |
154.200 |
367.500 |
38,4% |
18 |
Verkeer en vervoer |
39.600 |
65.100 |
60,8% |
19 |
Diversen |
1.900 |
34.200 |
5,6% |
Totaal 2024 |
|
2.050.100 |
6.498.400 |
31,6% |
Totaal 2023 |
1.065.700 |
4.836.100 |
22,0% |
Toelichting leges hoofdstuk 1
• De wettelijk gemaximeerde tarieven worden gehanteerd, omdat de tarieven nog niet kostendekkend zijn. Deze maximumtarieven worden elk jaar door het Rijk vastgesteld.
• Hoofdstuk 4 en 9: de kosten voor de registratie niet-ingezetenen (RNI) worden niet toegerekend, omdat hier geen legesinkomsten tegenover staan.
Hoofdstuk 2 Dienstverlening vallend onder leefomgeving/omgevingsvergunning
In de onderstaande tabel staan de geraamde inkomsten van de leges hoofdstuk 2.
Nummer |
Hoofdstuk |
Baten |
Lasten |
Dekking |
1 |
Algemene bepalingen |
n.v.t. |
n.v.t. |
n.v.t. |
2 |
Voorfase |
29.000 |
462.100 |
6,3% |
3 |
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
4.451.000 |
2.530.300 |
175,9% |
4 |
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
243.000 |
451.500 |
53,8% |
5 |
Milieubelastende activiteiten |
n.v.t. |
n.v.t. |
n.v.t. |
6 |
Lozingsactiviteiten |
n.v.t. |
n.v.t. |
n.v.t. |
7 |
Aanlegactiviteiten |
40.000 |
216.500 |
18,5% |
8 |
Overige activiteiten |
14.000 |
134.200 |
10,4% |
9 |
Maatwerkverschillen |
n.v.t. |
n.v.t. |
n.v.t. |
10 |
Gelijkwaardigheid |
20.000 |
52.800 |
37,9% |
11 |
Overige tarieven |
198.000 |
925.400 |
21,4% |
12 |
Modaliteiten |
26.000 |
221.800 |
11,7% |
13 |
Vermindering |
-66.500 |
92.400 |
n.v.t. |
14 |
Teruggaaf |
-11.000 |
119.500 |
n.v.t. |
Totaal 2024 |
|
4.943.500 |
5.206.600 |
94,9% |
Totaal 2023 |
4.988.800 |
5.368.000 |
92,9% |
Toelichting leges hoofdstuk 2
• De mate van kruissubsidiëring blijkt uit de hiervoor vermelde kostenopstelling. Omdat alle kosten rechtstreeks zijn terug te leiden naar Ow-gerelateerde werkzaamheden en hieraan veelal medewerkers van dezelfde cluster of teams werkzaam zijn, ligt kruissubsidiëring voor de hand. Daarnaast worden meeropbrengsten uit Hoofdstuk 2 verrekend (kruissubsidie) met de tekorten van Hoofdstuk 2 en Hoofdstuk 3. Hiermee wordt voorkomen dat in perioden dat er relatief veel Ow-gerelateerde aanvragen zijn, de tarieven moeten worden verlaagd, terwijl elders nog tekorten ontstaan die als gevolg van wettelijke maximumtarieven niet kostendekkend kunnen worden gemaakt;
• De gemeente Westland streeft naar kostendekkende tarieven voor de Ow-gerelateerde leges. Tevens wordt gestreefd de overige leges meer kostendekkend te maken. De tarieven dienen maatschappelijk aanvaardbaar te zijn, wat wil zeggen dat de tarieven die de gemeente Westland hanteert niet buitensporig hoog mogen zijn in vergelijking met de omliggende gemeenten;
• De begrote uren worden naar rato verdeeld over het aantal verwachte activiteiten per paragraaf.
• Het Ow-proces is ingericht volgens het lean-principe. Het proces is volledig gedigitaliseerd en ingericht op processturing. De kosten zijn inzichtelijk en de legestarieven zijn hierop afgestemd;
• Paragraaf 3: In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat gemiddelde bouwwerken leiden tot kruissubsidiëring van grote naar kleine bouwwerken. Deze kruissubsidiëring is echter zeer divers. Het is niet mogelijk om cijfermatig de gevolgen te laten zien. Voor alle bouwwerken geldt immers dat dezelfde bouwsom niet automatisch leidt tot dezelfde kosten. Dat is mede afhankelijk van het soort gebouw, de ligging en of er sprake is van een (gemeentelijk) monument. Voor de raming wordt uitgegaan van een gemiddeld bedrag per bouwsomcategorie.
Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn
In de onderstaande tabel staan de geraamde inkomsten van de leges hoofdstuk 3.
Nummer |
Hoofdstuk |
Baten |
Lasten |
Dekking |
1 |
Horeca |
12.500 |
58.400 |
21,4% |
2 |
Organiseren evenementen of markten |
13.500 |
116.000 |
11,7% |
3 |
Seksbedrijven |
n.v.t. |
n.v.t. |
n.v.t. |
4 |
Splitsingsvergunning woonruimte |
2.100 |
3.500 |
60,4% |
5 |
Marktstandplaatsen en standplaatsen |
1.800 |
32.100 |
5,7% |
6 |
Winkeltijdenwet |
n.v.t. |
n.v.t. |
n.v.t. |
7 |
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
n.v.t. |
n.v.t. |
n.v.t. |
Totaal 2024 |
|
29.800 |
210.000 |
14,2% |
Totaal 2023 |
26.700 |
292.700 |
9,1% |
Toelichting leges Titel 3
• De producten of diensten uit Hoofdstuk 3 mogen onderling niet worden verrekend (kruissubsidiëring), tenzij sprake is van een onderling verband. Hiervan is in de huidige legestabel echter geen sprake. Per product of dienst mag geen winst worden gemaakt;
• Paragraaf 4: voor een evenement waar minder dan 100 bezoekers aanwezig zijn kan een melding volstaan als het aan de vereisten voldoet van artikel 2.25 van de APV Westland. Een evenement wordt als ‘groot’ beschouwd indien er meer dan 600 bezoekers zijn, het twee of meer aaneengesloten dagen duurt of ernstige gevolgen kan hebben voor de openbare orde. Een ‘gemiddeld’ evenement heeft tussen de 100 en 600 bezoekers en duurt maximaal één dag.