- Op 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. Er is veel geoefend, maar de exacte gevolgen van invoering zijn nog niet duidelijk. Dit kan vertraging geven bij de ontwikkeling van projecten, omdat processen en procedures voor alle betrokkenen nieuw zijn.
- De huidige arbeidsmarkt voor personeel in het ruimtelijke domein blijft krap, dit geldt zowel voor gemeente als de markt. Er is een gebrek aan mensen om de constante stroom aan (facilitaire) projecten uit te voeren. Ook heeft dit veel inhuur en personele wisselingen tot gevolg, waardoor de continuïteit van projecten onder druk staat.
- De huidige onzekerheid op woningmarkt als gevolg van de stijgende rente en stijgende bouwkosten.
- De gemeente heeft zelf weinig grondeigendom. Het merendeel van de ontwikkelingen is facilitair. De snelheid van het ontwikkelen van dit type projecten is afhankelijk van derde partijen.
- Als gemeente dienen wij verschillende belangen, maar er zijn veel ruimtevragers en er is maar beperkte ruimte. Er is vraag naar woningen, naar bedrijventerreinen, maar ook naar meer groen, blauw en ruimte voor glastuinbouw. Deze functies concurreren met elkaar. Een heldere lijn daarin schept duidelijkheid.
- Een trend is ook de rol die de Rijksoverheid de komende jaren heeft in het ruimtelijk domein. Het Rijk neemt meer regie om te kiezen, te verdelen en om een eerlijke uitkomst mogelijk te maken in het verdeelvraagstuk. Dit zorgt mede voor onzekerheid.
- Het ontbreken van een duidelijke koers van Provincie en Rijk met betrekking tot het stikstofbeleid.