- Behoefte aan sociale en betaalbare (huur-) woningen is onverminderd groot;
- Blijvende druk op woningmarkt;
- Beschikbare ruimte voor woningbouw in Westland;
- Verandering van het groeipercentage van de economie (Conjunctuur) en de woningmarkt zijn verbonden en zorgen voor schuivende vraag naar andere prijsklassen bij koopwoningen, of van koopwoningen naar huurwoningen of andersom;
- Ontwikkelingen rond hypotheekrenteaftrek;
- Centrale sturing vanuit Rijk door middel van Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer (VROM) en diverse wetten zoals Wet Regie Volkshuisvesting, Huisvestingswet, Wet goed Verhuurderschap, Spreidingswet);
- Invoering Omgevingswet zorgt voor nieuwe regels en nieuwe jurisprudentie. Bouwinitiatieven kunnen daardoor vertraging oplopen;
- Europese regelgeving rondom natuurherstel en het terugbrengen van stikstofuitstoot heeft gevolgen voor vergunningverlening en daarmee realisatie woningbouw;
- Exogene ontwikkelingen in beschermd wonen en beschermd thuis, jeugdzorg en GZ en GGZ waardoor meer mensen uitstromen uit maatschappelijke instellingen;
- Asielinstroom;
- Vergrijzing met de daarbij horende wijzigende woningvraag;
- Vergrijzing met de daarbij horende wijzigende arbeidsmarkt en de invloed voor de realisatie van woningen;
- Draagvlak voor verdichting of hogere bebouwing tegenover noodzaak tot stapelen van woningen;
- Draagvlak voor huisvesting van specifieke doelgroepen (arbeidsmigranten, statushouders);
- Hoge bouwkosten.