Omgevingsdienst Haaglanden

Vestigingsplaats

Den Haag

Rechtsvorm

Gemeenschappelijke Regeling (openbaar lichaam)

Bestuursfunctie

Lid DB; Lid AB

Openbaar belang

De uitvoering van vergunningverlenende, toezichthoudende, adviserende en handhavende taken (VTH-taken) op het gebied van het omgevingsrecht.

Bestuurlijk belang

Twee wethouders maken deel uit van het algemeen bestuur van de ODH (wethouder Milieu en Beheer openbare ruimte en wethouder Financiën). De wethouder Milieu heeft ook zitting in het dagelijks bestuur van de ODH.

financieel belang

De deelnemersbijdrage van de gemeente Westland is voor 2024 geraamd op € xxx. Dit is .. % van de totale deelnemersbijdragen.

De provincie Zuid-Holland, de gemeenten: Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar en Zoetermeer.

Financiële gegevens	Begin 2024	Eind 2024
Financieel belang
Eigen vermogen	€ 1.445.285	€ 1.950.725
Vreemd vermogen	€ 19.857.343	€ 22.322.323
Verwacht resultaat	n.v.t.	n.v.t.
Financiële bijdrage	€ 4.442.560	€ 4.244.399

Op basis van het rapport 'Om de leefomgeving' uit 2021 van de adviescommissie Van Aartsen, lopen alle Nederlandse omgevingsdiensten een traject om tot kwaliteitsverbetering te komen. ODH heeft een eigen programma opgezet, waarbij met name ingezet wordt op kwaliteitsverbetering van de medewerkers, faciliteiten en het digitaliseren van gegevens. Vooralsnog hebben deze veranderingen geen consequenties voor de dienstverlening voor de gemeenten.

Wel zijn er veranderingen in de dienstverlening naar aanleiding van de implementatie van de Omgevingswet. Strakkere deadlines, deelname aan de initiatieventafel, betrokkenheid bij de omgevingsvisie en -plannen en de overdracht van bodemtaken zorgen voor een grotere inzet van de omgevingsdienst en daarbij ook voor een hogere deelnemersbijdrage.

Voor wat betreft de overdracht van bodemtaken van de provincie naar gemeenten onder de Omgevingswet zijn alle voorbereidingen getroffen. Feitelijk wordt het werk voor de ODH niet anders, behalve dat de gemeente opdrachtgever wordt in plaats van de provincie. Vooralsnog zijn er geen duidelijke afspraken met het Rijk over de financiële compensatie voor de gemeenten. VNG is gesprekspartner en houdt dit onderwerp hoog op de agenda.

De verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit (exclusief de post onvoorzien) en de benodigde weerstandscapaciteit wordt weergegeven in een ratio.

Uitgaande van het door NARIS geadviseerde zekerheidspercentage van 90% wordt het gewenste weerstandvermogen op basis van deze risico-inventarisatie bepaald op afgerond € 1.601.200 en vormt de basis voor de hoogte van de Algemene reserve. Bij resultaatbestemming 2022 is voorgesteld in 2023 een bedrag van € 653.000 beschikbaar te stellen voor organisatieontwikkeling. Als gevolg daarvan kan het bedrag van het op de risicosimulatie berekende weerstandsvermogen met € 293.800 naar beneden worden bijgesteld naar € 1.307.400.

De algemene reserve kent per 1-1-2024 een saldo van € 1.312.200.

De weerstandsratio bedraagt € 1.312.200 / € 1.307.400 = 1,00 en wordt op basis van het door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement gehanteerde risicoprofiel als ‘voldoende’ beoordeeld. Dit is ook het afgesproken niveau dat wij nastreven.