De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) publiceert deze lasten ieder jaar in de Atlas van de lokale lasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB en de rioolheffing en afvalstoffenheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in de gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1, uitgedrukt in een percentage.
|
Woonlasten meerpersoonshuishoudens |
Werkelijk 2021 |
Werkelijk 2022 |
Begroot 2023 |
Begroot 2024 |
A |
OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde |
€ 320 |
€ 321 |
€ 328 |
€342 |
B |
Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde |
€ 277 |
€ 286 |
€ 292 |
€ 305 |
C |
Afvalstoffenheffing voor een gezin |
€ 366 |
€ 357 |
€ 349 |
€ 363 |
D |
Eventuele heffingskorting |
|
|
|
|
E |
Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde (A + B + C – D) |
€ 963 |
€ 958 |
€ 969 |
€ 1.010 |
F |
Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin t-1 |
€ 776 |
€ 811 |
€ 904 |
€ 944 |
|
Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde jaar ervoor (E / F) x 100% |
124,10% |
119,20% |
107,20% |
107,00% |