Het GGP heeft een strategisch karakter, dat wil zeggen dat hierin de Westlandse kernwaarden en doelen voor de openbare ruimte zijn vastgelegd. Het GGP vertalen we jaarlijks naar concrete activiteiten en (investerings)maatregelen. De vervangingsinvesteringen leggen we jaarlijks binnen de kaders van de begroting vast in het Meerjarig InvesteringsProgramma. Het MIP wordt jaarlijks herzien voor het eerste jaar, maar kent een doorkijk van vijf daaropvolgende jaren. Het integraal plannen van investeringen in de openbare ruimte helpt bij het maken van bestuurlijke keuzes binnen de beschikbare budgetten en capaciteit. Door de uitvoering van activiteiten in een bepaald gebied te combineren, ontstaat er een efficiëntieslag in de uitvoering en beperken we eventuele overlast. Voor de uitvoering van het planmatig beheer en onderhoud van de kapitaalgoederen wordt jaarlijks per programma een onderhoudsplan opgesteld ter verdere uitwerking van de beheerkaders. Voor de integrale afhandeling van meldingen en klein onderhoud is één centraal service-cluster ingericht.
Door middel van continue inspecties en schouwen wordt het werkelijke kwaliteitsniveau van de te beheren kapitaalgoederen in kaart gebracht en vergeleken met de afgesproken streefkwaliteiten. Ook voor de openbare ruimte geldt dat de kwaliteit minimaal voldoet aan het kwaliteitsniveau ‘matig’, daarmee wordt voorkomen dat sprake is van achterstallig onderhoud. Daar waar niet voldaan wordt aan de streefkwaliteit worden de beheer en onderhoudsactiviteiten geïntensiveerd of als investeringen in het MIP opgenomen.
De voortgang binnen de programma’s van het GGP monitoren we regelmatig. We rapporteren op financiën, tijd en kwaliteit. Daarnaast zijn er per programma specifieke aandachtpunten en ambities waarop we rapporteren. Daarnaast wordt over het kwaliteitsniveau van de kapitaalgoederen en de bijbehorende maatregelen jaarlijks gerapporteerd in de verplichte paragrafen van de jaarrekening.
In onderstaande alinea’s volgt per programma een toelichting.
Groen en Recreatie
Bij het ontwikkelen, beheer en onderhoud van het openbaar groen wordt zowel ingezet op het behoud van het aanwezige groen als op de aanleg van nieuw openbaar groen en groenstructuren. Kwalitatief goed onderhouden en toegankelijk groen in de dorpen, de woonwijken en het buitengebied vergroot de groenbeleving en het woongenot van bewoners. Daarnaast biedt het mogelijkheden tot recreëren en bevordert het de gezondheid.
De groenblauwe verbindingsstructuur met een toegankelijk strand en goede verbindingen naar Midden-Delfland zorgt voor goede recreatie- en ontspanningsmogelijkheden. Wij beheren en richten het groen zo in dat wij rekening houden met klimaatverandering. Zo proberen wij de effecten hiervan op te vangen door natuurinclusief te bouwen, toekomstgericht, wateroverlast te beperken en waardevol groen (zoals bomen met grote kroon) toe te voegen ter voorkoming van hittestress.
In het programma Groen en recreatie behoren verschillende onderdelen zoals openbaar groen, speelvoorzieningen, straatmeubilair en recreatiegebieden. Deze verschillende onderdelen en het kwaliteitsniveau hiervan worden elk kwartaal gemonitord en gerapporteerd door middel van een beeld kwaliteitsschouw. Ook het aantal klachten en meldingen over groen in de openbare ruimte komt in deze rapportage terug. De gewenste kwaliteitsniveaus voor Groen en recreatie zijn per functiegebied in het GGP 2023-2027 vastgesteld.
Functionele en goed onderhouden speelvoorzieningen dragen bij aan een kindvriendelijke en aantrekkelijke woonomgeving. Met het oog op veiligheid wordt specifiek geïnspecteerd volgens de Europese normen en procedures. Door middel van meerjarenplanningen zijn de benodigde (vervangings-)investeringen voor de komende tijd in het MIP opgenomen.
Begraafplaatsen
De gemeente zorgt voor goed verzorgde en representatieve begraafplaatsen, met voldoende begraafcapaciteit en een passende inrichting. Voor de (her)inrichting, beheer, onderhoud en gebruik van de zes gemeentelijke begraafplaatsen is een uniform en toekomstbestendig beheer en gebruik het uitgangspunt. De bijzondere functie van de begraafplaatsen wordt benadrukt en gerealiseerd door een parkachtige inrichting en beheer van de begraafplaatsen. Begraafplaatsen kennen een rustige uitstraling en het begraven en herdenken staat hier centraal. Hieraan wordt bijgedragen door het groen in te richten op basis van deze omgevingskwaliteit. Door middel van een beeldbestek worden de begraafplaatsen onderhouden en beheerd op het gewenste kwaliteitsniveau zoals in het GGP 2023-2027 is vastgesteld.
Gemeentelijk vastgoed
De gemeente Westland heeft een omvangrijke vastgoedportefeuille die voornamelijk wordt ingezet voor het realiseren van maatschappelijke doelstellingen. De gemeente is als eigenaar verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud en de exploitatie van het vastgoed. De gemeente stuurt op een financieel gezonde, doelmatige en efficiënte vastgoedportefeuille op het gebied van exploitatie, onderhoud en investeringen. Denk hierbij aan het optimaliseren van het vastgoed gebruik, het toepassen van klimaatadaptatie bij gebouwen, het nemen van energiebesparende maatregelen of het gebruik van levensduurrekkende materialen of middelen.
Voor een deel van de vastgoedportefeuille, zoals de zwembaden, is het beheer en onderhoud contractueel geregeld met de hoofdgebruiker, de exploitant. Het in portefeuille houden van vastgoed moet een doel dienen. Wanneer vastgoed zijn functie verliest, wordt het in principe afgestoten.
Naast vastgoed dat permanent wordt ingezet voor maatschappelijke doeleinden heeft de gemeente ook tijdelijk vastgoed in haar bezit. De tijdelijke voorraad bestaat uit het strategische vastgoed, de verkoopportefeuille en het vastgoed in grondexploitaties, dat tijdelijk beheerd wordt in afwachting van de start van bouwactiviteiten. De kernwaarden, doelen en kwaliteitsnormen en bijbehorende financiële uitgangspunten voor het in stand houden van vastgoed zijn vastgelegd in het GGP.
De conditie oftewel de technische staat van het onderhoud van het gebouw is vastgelegd in NEN 2767. Deze methodíek is een instrument voor het objectief en uniform meten van de fysieke kwaliteit van bouw- en installatiedelen van gebouwen. De conditiescores die bij deze methodiek horen staan in onderstaande tabel. We houden conditie 3 aan voor kritische gebouwelementen en installatieonderdelen. Voor de andere gebouwelementen geldt een conditieniveau 4. Voor het onderhoud van het tijdelijke vastgoed dat de komende jaren nog in gebruik is, hanteren we het kwaliteitsniveau van conditie 4 of 5. Afhankelijk van de duur van het gebruik wordt het beoogde conditieniveau bepaald.
Conditie |
Omschrijving |
Toelichting |
1 |
Uitstekende conditie |
Nieuwbouwkwaliteit |
2 |
Goede conditie |
Instandhouding op goed representatief, bedrijfszeker en technisch niveau. |
3 |
Redelijke conditie |
Instandhouding op sober- en doelmatig niveau. |
4 |
Matige conditie |
Instandhouding op minimaal niveau waarbij gevolgschade wordt voorkomen. |
5 |
Slechte conditie |
Zeer minimaal onderhoudsniveau waarbij gevolgschade optreedt. Gebruik onder minimale condities. |
6 |
Zeer slechte conditie |
Technisch rijp voor sloop. Géén gebruik mogelijk |
Naast de vastgestelde (technische) condities is in het GGP opgenomen dat het kwaliteitsniveau van het gemeentelijk vastgoed voor het overgrote deel is aangepast aan het vastgestelde niveau van de locatie. Uitzonderingen hierop zijn locaties en opstallen die op de nominatie staan om af te stoten of te herontwikkelen.
Waterhuishouding
De gemeente streeft naar een goede waterkwaliteit van het oppervlaktewater, omdat schoon water een belangrijke randvoorwaarde is voor een gezonde en aantrekkelijke woon- en leefomgeving. In 2027 moet het water schoon en gezond zijn en voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water. Om de waterkwaliteit te bevorderen zet de gemeente samen met haar partners, zoals Hoogheemraadschap van Delfland en Provincie Zuid-Holland, onder meer in op bescherming van drinkwaterbronnen, voldoende aanbod van zoetwater en het realiseren van natte ecologische zones met natuurvriendelijke oevers.
Om ongezuiverde lozingen op oppervlaktewater zo veel mogelijk te beperken, worden samen met deze partners en de tuinbouwsector afspraken gemaakt over het benutten en vasthouden van hemelwater, bevorderen van circulariteit en beschermen van cruciale infrastructuur. Actief grondwaterbeheer bij ontwikkelingen in de leefomgeving helpt verontreinigingen van het grondwater in de toekomst zo goed mogelijk te voorkomen.
Het Westlandse rioolstelsel moet voldoen aan de vastgestelde eisen van veiligheid en kwaliteitsniveau in alle functiegebieden. Dit wordt vastgesteld op basis van inspecties (technische gegevens) en belevingsgegevens gebaseerd op binnenkomende meldingen. Het monitoren hiervan vindt continu plaats. Het rioolstelsel wordt voorbereid op toekomstige ontwikkelingen onder andere door systeem-optimalisaties en innovaties. Daarnaast wordt afkoppelen de standaard bij wijkrenovatie- en vervangingswerkzaamheden en bij nieuwe rioolaanleg, zodat overstorten (piekvervuiling) met vuilwater minder vaak plaatsvinden en de impact van overstorten op de waterkwaliteit kleiner is. Het huidige systeem is sober en doelmatig.
Waterkanten en beschoeiingen voldoen nog niet overal aan de gestelde aantrekkelijkheidseisen. Vanwege de staat van sommige beschoeiingen fungeren deze niet overal voldoende als grondkering (technisch). Hierdoor wordt de doorvaart op die locaties beperkt (beleving). Voor wat betreft de veiligheid moet door goede afvoer worden voldaan aan de kwaliteitseis “voldoende”. Door middel van meerjarenplanningen zijn de benodigde investeringen voor de komende tijd in het MIP opgenomen. Voorts wordt doorgegaan, daar waar mogelijk, met de aanleg van natuurlijke oevers in plaats van beschoeiingen.
De gewenste kwaliteitsniveaus voor Waterhuishouding zijn per functiegebied in het GGP 2023-2027 vastgesteld.
Infrastructuur (Boven- en ondergronds)
Een goede aansluiting op de landelijke en internationale netwerken is essentieel voor de Westlandse economie. Verbetering van de doorstroming en het beter benutten van de parkeercapaciteit helpt de bereikbaarheid te optimaliseren voor zowel autoverkeer als fiets en openbaar vervoer. Ook de recreatieve netwerken moeten op orde zijn. Veiligheid speelt hierin een belangrijke rol. Inwoners en bezoekers moeten zich veilig in Westland kunnen verplaatsen en waarbij de verkeersveiligheid gewaarborgd is. De toename van de verkeersintensiteiten vraagt om doelgerichte en effectieve maatregelen. De ontwikkeling van het R-net is hier een voorbeeld van. R-net is een te ontwikkelen netwerk van hoogwaardige en herkenbare bus- en tramlijnen door heel de Randstad.
Kwaliteitsniveaus van de verhardingen, belijning, bebording, verkeersregelinstallaties, bruggen, geluidsschermen en openbare verlichting worden systematisch gemonitord. De kwaliteitsniveaus kunnen worden onderscheiden in twee typen: de technische kwaliteit en de beeldkwaliteit (of belevingskwaliteit). Met technische kwaliteit doelen we op de (wettelijke) normen en eisen die worden gesteld aan het technisch functioneren en de veiligheid van een object. Dit uit zich bijvoorbeeld in goede bouwconstructies en een grote duurzaamheid. De beeldkwaliteit van een object heeft betrekking op het straatbeeld en hoe de openbare ruimte wordt ervaren door zijn gebruikers. Aan de hand van de technische kwaliteit en beeldkwaliteit is het gewenste kwaliteitsniveau per gebied en functie bepaald en vastgesteld in het GGP 2023-2027. Op basis van monitoring moet blijken of de kwaliteitsniveaus voldoen aan het gewenste onderhoudsniveau.
Er worden werkzaamheden verricht om de doelstellingen uit het Energieakkoord 2020 te halen. Conventionele lichtbronnen worden zoveel mogelijk geclusterd per gebied en worden van energiebesparende ledverlichting voorzien. Ook wordt gewerkt aan slim energiemanagement, dat zich vertaalt in het dimmen van verlichting op momenten waarbij een lager verlichtingsniveau nauwelijks merkbaar is en daardoor geen effect heeft op de (verkeers-)veiligheid.
Budgetbehoefte Gebiedsgericht plan 2023-2027
Naar aanleiding van (visuele) inspecties en schouwen die onderdeel uitmaken van dagelijks beheer is jaarlijks zicht op de werkelijke kwaliteitsniveaus (huidige status en omvang). De benodigde maatregelen voor het behouden en/of behalen van de gewenste streefkwaliteit kunnen enerzijds als dagelijks beheermaatregelen (exploitatiegelden) en anderzijds als investeringsmaatregel worden opgenomen. De jaarlijkse kosten van deze investeringen (rente en afschrijving) komen als kapitaallasten in de lopende exploitatie terug. De lasten zijn bepaald op basis van de levensduur en bijbehorende afschrijvingstermijnen.
Voor wat betreft de investeringen wordt nadrukkelijk gestuurd op het gewenste kapitaallastenplafond. Het is wenselijk om grip te houden op de investeringsplanning en de bijkomende effecten op de begroting. Het is van belang dat de hoeveelheid opdrachten goed aansluit bij de beschikbare capaciteit, zowel intern als extern. Dit betekent dat projecten en maatregelen getemporiseerd of geschrapt kunnen worden. Daarbij blijft het van belang integraal te werken en gemeentebrede afwegingen te maken.
De producten in het GGP zijn gelijk aan de producten uit de programmabegroting. De benodigde exploitatiegelden voor het dagelijks beheer en onderhoud staan in de programmabegroting opgenomen:
Pr. |
Omschrijving programma |
Omschrijving product |
8 |
Openbare Ruimte |
Groen en Recreatie |
Begraafplaatsen |
||
Gemeentelijk vastgoed |
||
|
|
Infrastructuur (Boven- en ondergronds) |
|
|
Waterhuishouding |